De verwarring rond het vak archeologie begint al met de naam. Het klinkt als een enge ziekte. Het woord is, zoals veel woorden in de wetenschap, een samenraapsel van een paar Griekse woorden. In gewoon Nederlands betekent archeologie: studie van oude dingen. Er zijn meer wetenschappen die zich met oude dingen bezighouden. “Paleontologen” bijvoorbeeld, “bestudeerders van oude leefvormen”. Dat zijn de mensen die, onder andere, dinosaurussen onderzoeken. Archeologen doen dat nooit. “Geologen” is ook zo’n Grieks woord, “aard-bestudeerders”. Een aantal van hen houdt zich bezig met steensoorten, en hoe ze zijn ontstaan. Ook daar doen archeologen niet aan mee.
Archeologen bestuderen alleen het verleden van mensen, met alles wat daarbij hoort. Dat doen geschiedkundigen ook maar die gebruiken daarbij vooral geschreven informatie. Archeologen gebruiken in hoofdzaak onge- schreven informatie. Dat zijn alle dingen die door mensenhanden zijn gemaakt of bewerkt. Maar ook alle sporen in de grond en in het landschap die door mensen zijn veroorzaakt, en natuurlijk de resten van mensen zelf. Archeologie kan veel verder teruggaan in de tijd dan geschiedenis. De eerste teksten zijn niet ouder dan een paar duizend jaar. Maar de eerste voorwerpen die door mensen zijn gemaakt, zijn een slordige 2 miljoen jaar oud. Dat is nog altijd veel jonger dan zelfs de jongste dinosaurus. Fred Flintstone en zijn werk-dino hebben nooit bestaan.
Ook als er wel geschreven teksten uit een tijdperk bestaan is archeologie belangrijk. Veel dingen zijn nooit opgeschreven. Wie wil weten wat een gewone Zutphenaar of Lochemer at in de middeleeuwen moet met een archeoloog gaan praten. In boeken staat het niet.
Overal in de wereld waar ooit mensen hebben gewoond kun je aan archeologie doen. Ook in de Sahara, die vroeger beter bewoonbaar was dan nu. En ook rondom de noordpool, waar al een paar duizend jaar mensen wonen. En in Amerika, Australië, Gelderland… Niet dat nu overal indrukwekkende ruïnes en schatten te vinden zijn (hoewel er meer is dan u misschien denkt!). Maar daar gaat het archeologen ook niet om. Die vinden de geschiedenis van alle mensen boeiend, ook die van Jan-met- de-pet en Piet-met-de-verentooi.
Twee miljoen jaar en de hele wereld als werkterrein zijn wel wat veel. Dat krijg je er bij de studenten nooit allemaal ingestampt. Daarom zijn er veel verschillende soorten archeologen, die ieder een klein deel voor hun rekening nemen. Daarover meer in het volgende stuk.